De Amerikaanse overheid heeft Nvidia verboden om zijn A100 en H100 AI-chips aan het Midden-Oosten te verkopen als reactie op de groeiende bezorgdheid over China's AI-ambities.
Nvidia mag zijn topklasse chips al niet rechtstreeks aan China en Rusland verkopen. De nieuwste beperkingen op exportvergunningen komen er omdat de Amerikaanse autoriteiten zich zorgen maken dat sommige landen in het Midden-Oosten de chips die ze kopen misschien opnieuw exporteren naar China.
Nvidia onthulde de beperkingen in een wettelijke registratie maar zei dat ze geen "onmiddellijke materiële impact" op haar activiteiten zouden hebben.
In een afzonderlijke verklaring zei Nvidia dat de licentievereiste "geen invloed heeft op een belangrijk deel van onze inkomsten. We werken samen met de Amerikaanse overheid om deze kwestie aan te pakken."
Hoewel het klinkt alsof het bedrijf dit probeert af te doen als een non-issue, negeert het de Chinese markt zeker niet. In een poging de Amerikaanse autoriteiten tevreden te stellen, verkoopt het bedrijf zijn A800- en H800-chips met beperkte functionaliteit aan China.
Toen de eerste exportbeperking in 2022 aan Nvidia werd opgelegd, legden Amerikaanse functionarissen uit dat deze "het risico zal aanpakken dat producten worden gebruikt in, of worden afgeleid naar, een 'militair eindgebruik' of 'militaire eindgebruiker' in China."
Andere chipfabrikanten zoals AMD hebben soortgelijke exportbeperkingen opgelegd gekregen, wat resulteerde in zwarte markthandel in China.
VS bezorgd over samenwerking China in Midden-Oosten
Golflanden zoals de VAE en Saoedi-Arabië hebben miljarden dollars uitgegeven aan Nvidia-hardware om hun eigen AI-capaciteiten op te bouwen.
De zorg is dat veel van het geld dat naar de VAE en Saoedi-Arabië stroomt voor deze projecten afkomstig is uit China. Eind 2022 ondertekende Saoedi-Arabië een strategisch samenwerkingsplan met China om nauw samen te werken aan de ontwikkeling van AI-technologieën. Landen als de VAE volgen dit voorbeeld.
Een hooggeplaatste Amerikaanse handelsadvocaat zei dat de VS zich zorgen maakte "niet alleen over de export van chips naar China, maar ook over het vermogen van Chinese bedrijven om hun AI-software buiten China te trainen en terug te brengen naar China".
Dat is waarschijnlijk een realistisch scenario. Een woordvoerder van de VAE zei dat zijn land een "wettelijk kader voor exportcontrole heeft en de export van producten voor tweeërlei gebruik voortdurend controleert". Dat kan betrekking hebben op hardware, maar niet duidelijk op IP die naar China wordt gerepatrieerd.
Wat de zaak nog ingewikkelder maakt, is dat veel van Nvidia's high-end chips worden gemaakt in Taiwan, dat Peking beschouwt als een deel van zijn grondgebied. China moet zich bijzonder gekrenkt voelen omdat het geen toegang heeft tot producten die worden gemaakt in wat het als zijn eigen land beschouwt.
