OpenAI heeft gereageerd op twee bijna identieke class-action rechtszaken die tegen het bedrijf zijn aangespannen door een aantal auteurs en stelt dat de meeste beschuldigingen moeten worden afgewezen.

De auteurs beweren dat hun auteursrechten werden geschonden toen het bedrijf hun werk gebruikte als trainingsgegevens voor ChatGPT. De beschuldigingen in de aanklacht zijn:

• directe schending van auteursrecht
• plaatsvervangende inbreuk op auteursrecht
• verwijdering van informatie over copyrightbeheer (DMCA)
• oneerlijke concurrentie
• ongegronde verrijking
• nalatigheid

OpenAI zegt dat het blij is met de eerste aantijging, maar dat de overige vijf juridisch onjuist zijn en moeten worden afgewezen.

De eisers beweren dat omdat hun boeken werden gebruikt om ChatGPT te trainen, alles wat ChatGPT uitvoert een afgeleide is van hun auteursrechtelijk beschermde werk.

OpenAI zegt te bevestigen noch te ontkennen dat de boeken in kwestie deel uitmaakten van de trainingsdataset. Maar het zegt dat zelfs als de boeken deel uitmaakten van de dataset, het maar een klein deel was van een enorme hoeveelheid gegevens.

OpenAI voerde aan dat dit viel onder het fair use principe dat geen inbreuk maakt op het auteursrecht. 

De auteurs zullen het misschien moeilijk krijgen om de rechtbank te overtuigen van hun argument. Ze beweren niet dat ChatGPT boeken schrijft die op die van hen lijken en met hen concurreren. Ze zeggen dat elk woord dat ChatGPT publiceert een schending van het auteursrecht is.

In haar motie tot verwerping zei OpenAI: "Volgens de aanklachten is elke ChatGPT-uitvoer - van een eenvoudig antwoord op een vraag (bijv. "Ja") tot de naam van de president van de Verenigde Staten tot een paragraaf die de plot, thema's en betekenis van Homerus' De Ilias beschrijft - noodzakelijkerwijs een inbreukmakend "afgeleid werk" van de boeken van eisers."

Dat zal moeilijk te beargumenteren zijn. Zelfs de nauwkeurige samenvattingen die ChatGPT maakt van de boeken in kwestie worden in de motie beschreven als lijkend op "boekverslagen of recensies" in plaats van een poging om te profiteren van auteursrechtelijk beschermd werk.

De details van de overige argumenten kunnen gelezen worden in OpenAI's motie tot verwerping.

Waarom vraagt OpenAI niet om de hele zaak te seponeren?

OpenAI's motie zegt dat het niet vraagt om de aanklacht voor de directe schending van auteursrechten te verwerpen "die OpenAI zal proberen op te lossen als een kwestie van recht in een later stadium van de zaak".

OpenAI en Meta hebben niet precies bekendgemaakt welke gegevens ze hebben gebruikt om hun modellen te trainen, maar er zat vrijwel zeker veel materiaal bij waarop auteursrechten rusten, waaronder de boeken van de auteurs die de rechtszaken hebben aangespannen.

Als er auteursrechtelijk beschermde gegevens bij zaten, dan was OpenAI zich daar zeker van bewust. Het bedrijf zal aanvoeren dat de toegang tot het materiaal niet bedoeld was om afgeleide werken te maken en daarvan te profiteren in concurrentie met de originelen.

Als de rechtbank het hiermee eens is, zal de beslissing een precedent scheppen waarop men zich zal baseren in een aantal andere AI-gerelateerde rechtszaken die nog lopen. 

Een uitspraak in het voordeel van het bedrijf betekent dat het niet aangeklaagd kan worden voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermde gegevens in het verleden en dat het dit kan blijven doen om zijn nieuwe modellen te trainen. En als de rechtbank besluit dat AI-training onder het fair use principe valt, dan is het ook voor andere AI-bedrijven open seizoen.

Het is een riskante zet, maar op een gegeven moment moet deze kwestie worden opgelost. Als de beslissing in het nadeel van OpenAI uitvalt, zal het ChatGPT moeten schrappen en opnieuw moeten beginnen met trainen. Deze keer met een veel kleinere set gegevens.